DNA van de ringslang

De Ringslang is een van de drie inheemse slangen die ons land rijk is. Naast de adder Vipera  berus, en de gladde slang Coronella  austriaca is het een bedreigde diersoort in Nederland en de rest van Europa, maar wel de enige soort die in Nederland ook buiten de natuurgebieden te vinden is. Onze ringslang behoorde tot voor kort tot de westelijk ondersoort met de wetenschappelijke naam Natrix natrix helvetica. Door analyse van meer dan 1600 DNA-monsters is duidelijk geworden dat de zones waarin de verschillende ringslangen in Europa leven, ‘verschillende’ slangen oplevert. Dit zorgt ervoor dat de Nederlandse soort nu een nieuwe wetenschappelijk naam krijgt Natrix helvetica (Lacépède, 1798) en de slang promoveert tot een echte soort. (Kindler et all. 2017).

Lippenhuisterheide

Jelle Hofstra (1941) uit Gorredijk houdt zich van jongs af aan bezig met reptielen en amfibieen. Als jongetje van een jaar of vier haalde hij al de kikkers uit de gaten waar de Duitse soldaten insprongen bij Engelse luchtalarmen. De belangstelling voor deze diergroep is altijd gebleven. '' As jonges út Terwispel giene wy nei skoaltiid altyd de heidefjilden yn''. Jarenlang gaf hij de meldingen van reptielen door aan de Herpetogeografische Dienst van Lacerta. Naar aanleiding daarvan vroeg de Universiteit van Amsterdam (UvA) in 1990 of hij de ringslangen op de Liphústerheide wilde monitoren. In 1997 kreeg hij van medewerkers van de UvA de vraag of hij in de buurt enkele ringslangen kon vangen voor DNA-onderzoek. Zes dieren ving Jelle, op de golfbaan van Beetsterzwaag en de Liphústerheide. ''De studint ferwiderde mei in flymskerp skalpel skeef it puntsje van de sturt''. Bij een later onderzoek in 2006 werd vooral van afgeworpen slangenhuiden en dode dieren DNA-materiaal verzameld.''In pear jier letter besochten wy foar in oar ûndersyk mei in wattestaafke wangslym of te nimmen by de ringslange''. Bovendien werden kop-romp en en staartlengte gemeten en een foto van het buikpatroon gemaakt. Elts bist hat namentlik syn eigen spesifike búktekening''. De onderzoeken wezen uit dat alle Nederlandse ringslangen tot dezelfde ondersoort Natrix n. helvetica behoorden. Als provincie met gebieden waar de ringslang voorkomt heeft Fryslȃn aan alle onderzoeken een belangrijke bijdrage geleverd. 

Door de genetische structuur van deze slang te analyseren werd het mogelijk om te zien hoe de migratiepatronen van deze soort precies in elkaar zitten en wat de mate van inteelt is binnen de populaties. Ook ontstond de mogelijkheid om meer doelgericht behoudsmaatregelen samen te stellen. Dus werd na 2010  het onderzoek uitgebreid tot op nationaal niveau. Ook konden meer doelgerichte behoudsmaatregelen worden samengesteld en beleid gemaakt om de ringslang van de ondergang te redden.

Friese natuurgebieden

Halverwege juni 2013 wilden drie jonge enthousiaste onderzoekers van de UvA graag een bezoek brengen aan de Liphústerheide.  Als reptielenkenner werd Jelle gevraagd om ze bij te staan Bij dit DNA-onderzoek behoorde het wattenstaafje tot het verleden. De studenten hadden een vergunning om bloed af te tappen uit het staartgedeelte van de slang. Bloedûndersyk  is minder omslachtich en de DNA-útslagen binne krekter''.

De studenten waren al op de Delleboersterheide geweest, maar Jelle vond dat ze ook de Diakonievene en de Catspoele mee moesten nemen in hun onderzoek. De onderzoekers vielen van de ene verbazing in de andere. ''Op gjin inkeld plak yn Nederlȃn hiene se safolle ringslangen oantroffen''. Bij de Catspoele vonden ze in een pitrusveld zelfs nog vier adders. In totaal werden  in twee dagen tijd maar liefst van 29 ringslangen monsters genomen. ''In flink oantal, benammen omdat de slangen yn de waarme simmermoannen hast net te finen binne. It Fryske Gea kin grutsk wȇze op de terreinen, yn ets gefal wat de kȃldbloedige bisten oanbelanget''. 

 

Oorzaak en neergang

Oorzaken van het achteruitgaan van het aantal ringslangen in Nederland zijn de versnippering van de natuurgebieden, verdroging van de terreinen, het kanaliseren van de waterlopen en de grootschalige landbouw. Volgens Jelle Hofstra zijn er meer oorzaken zoals het verdwijnen van de mestvaalten en composthopen. ''Foarhinne wiene dy op alle boerehiemen te finen en foar de ringslange poergeskikt om aaien yn ôf te setten. No is oare minsklike help nedich om de slange in briedplak te jaan''. Gelukkig duidt de reptielenmonitoring op een matige toename van de ringslang. In Flevoland en Fryslân is zelfs sprake van een sterke toename.

Kunstmatige broeihopen

Deze toename is vooral te danken aan de aanleg van kunstmatige broeihopen. Tientallen vrijwilligers werken samen om de soort te monitoren, broeihopen aan te leggen en nieuw habitat te creёren. Dit is noodzakelijk om de habitat van de Ringslang te beschermen en er voor te zorgen dat de dieren voldoende plek hebben om te overwinteren. Juist daarom is het dubbel zuur dat de Gemeente Opsterland in de winter van 2015/2016 illegaal meer dan een kilometer boomwal heeft gekapt, aldus een verontwaardigde reactie van de reptielenkenner. ''Ek de stobben binne roaid en oer deselde lingte is de berm ôfgroeven dȇr't reptielen oerwinteren. En dat sunder earst de verplichte Flora- en faunawet-toets utfiere te litten. It oerwinteringsplak is spitigenôch foar altyd fernield''.

Jelle Hofstra en de enthousiaste onderzoekers van de UvA

Cora Cramer 06.08.2019 16:54

Vandaag een prachtige ringslang bij mij in de tuin. Een lekkere kikker uit de vijver werd opgepeuzeld. Een geluk dat een buurvrouw het geheel gefilm heeft.

Nieuwe reacties

01.09 | 15:26

Geen idee Karst . . .

01.09 | 15:01

Hoi Jelle,

In plaats van formol, kan het ook met ethanol 97% geïnjecteerd worden?
Groeten Karst.

14.08 | 06:41

Bedankt voor de melding Henk . . . erg jammer . . .

13.08 | 16:12

Dag Jelle,
Ik vond vanmiddag een dode adder op de butewei. Ongeveer 100 m van de kruising met de ald hearrewei en dan richting terwispel.
Vr gr
Henk pots gorre